Pompoenen
de groente en haar teelt
De pompoen bestaat al heel lang. Oorspronkelijk komt dit cultuurgewas uit de Amerikaanse continenten waar al zaden gevonden zijn van 7000 jaar voor Christus. Wellicht is de pompoen in de prehistorie meegebracht naar Amerika vanuit Azië. Dit is echter niet zeker. De latijnse naam van de soort is Cucurbita, het geslacht waar naast de pompoenen ook de courgettes toe gerekend worden. Indianen teelden naast maïs en bonen veel pompoenen. Er zijn vele soorten en maten, sommige zijn eetbaar, soms zelfs met schil en al, andere niet.
Pas in de 16e eeuw werd de pompoen naar Europa geëxporteerd. De puree van de vrucht is erg populair in gerechten als pompoentaart en pompoenbrood. De pitten zijn oliehoudend en kunnen worden geroosterd. Deze worden vaak door salades gegeten maar ook los of door andere gerechten smaken de grote zaden goed. Het vruchtvlees is verder een populair ingrediënt in allerlei roerbakschotels en uiteraard in soepen. In Frankrijk is zelfs een restaurant dat alleen maar gerechten met pompoenen serveert.
Naast voedsel dient de pompoen ook vaak als sierobject. De grote verscheidenheid aan kleurrijke soorten nodigt hiertoe uit. Een van de bekendste toepassingen hiervan is het uitsnijden van de grote oranje varianten in allerlei spookachtige Halloween-motieven. Met een kaars erin staat het erg feestelijk of spookachtig, net wat je wil.
pompoenen telen is niet makkelijk, maar de beloning is groot. Als de zomer begint af te lopen en overal in je velden of tuin vrolijk gekleurde pompoenen je tegemoet liggen te glimmen, weet je dat het de moeite waard is geweest.
Het begint bij de zaden. Je kunt deze het beste binnen zaaien, want buiten is het nog te koud aan het begin van de lente. Vanaf het moment dat de eerste kiemblaadjes boven de grond komen tot het moment dat het al echte plantjes beginnen te worden, mogen de zaden bij elkaar blijven. Daarna moeten ze worden overgeplant in eigen potjes, anders groeien de wortels te hard en verweven ze zich met elkaar. De planten zijn dan bijna niet meer te scheiden.
Eind mei is het buiten warm genoeg om de planten in de tuin neer te zetten. De meeste pompoenplanten zijn sterk rankend en slingeren zich je tuin door. Ze hebben daarom veel ruimte om zich heen nodig. Eigenlijk is de pompoen niet geschikt om in je tuintje te telen, maar het is zo leuk... Gelukkig zijn er ook soorten die meer in een struikvorm groeien dan in ranken.
Vanaf het moment dat de planten bloemen krijgen, wordt het interessant. Tot die tijd moet je waarschijnlijk de strijd aan met luizen, slakken en ander ongedierte die gek zijn op de smakelijke, sappige pompoenplanten.
De grote gele bloemen kijken wulps en uitnodigend omhoog naar de hemel. De hele dag zijn ze open om de bijen hun bevruchtingswerk te laten doen. 's Avonds sluiten de bloemen zich weer. Mocht je een plant hebben waarvan het stuifmeel van de mannelijke bloemen niet bij dat van de vrouwelijke bloemen is gekomen, bevruchten met de hand is ook mogelijk.
In de zomer zorgen veel zon, water en bemesting (+ vruchtbare aarde) ervoor dat de planten, bloemen en vruchten in een razend tempo gaan groeien. Dit is een zeer spectaculair gezicht. Uiteindelijk moet er een keuze gemaakt worden: veel en kleine vruchten of weinig en grote vruchten. Hoe meer bloemen en vruchten er aan een plant zitten, hoe minder energie en voeding de plant kan bewaren voor elke vrucht. Haal bladeren die hun schaduw op de pompoenen werpen weg, zodat de zon op de vruchten kan schijnen.
|